Niet alleen prinses Amalia besloot een studentenvereniging te vervoegen. Ook haar vader en grootmoeder gingen haar voor. Voor onze voormalige koningin Beatrix volgde er zelfs een vernedering…
In Story wordt er een verhaal opgedist uit 1956. “Het is September 1956, aan het Rapenburg, de bekendste gracht in Leiden. Het is niet alleen de plaats waar prinses Beatrix net haar intrek heeft genomen, maar ook waar het clubhuis van de Vereniging van Vrouwelijke Studenten Leiden (VVSL) is gevestigd”, lezen we in Het Laatste Nieuws. En daar moet Beatrix enkele harde woorden ondergaan…
“Aan het einde van een doopdag moeten de nieuwe eerstejaars (schachten) zich aanmelden. Ze zitten allemaal op de grond wanneer één van hen een berisping krijgt van een lid van de kennismakingscommissie.” En wie die ene persoon is zal niet meteen als een verrassing komen…
“Commissielid: “Denk jij dat je anders bent dan je mede-schachten?” Schacht: “Nee, mevrouw.” Commissielid: “Wat staat er dan op je naamkaartje?”” Het antwoord van Beatrix is duidelijk…
“Schacht: “Beatrix, mevrouw””, lezen we een fragment uit Story dat hernomen wordt in de Belgische krant Het Laatste Nieuws. En dan krijgt Beatrix een duidelijke vraag gesteld…
“Commissielid: “Heb jij soms geen familienaam?” Schacht: “Jawel, mevrouw.” Commissielid: “Doe daar dan iets aan.” Schacht: “Ja, mevrouw.”” En dus wist Beatrix wat haar te doen stond en nam ze een drastische beslissing…
“De volgende dag prijkt op het naamkaartje dat met een koordje om de hals van de prinses hangt: Beatrix van Oranje”, lezen we in Het Laatste Nieuws hoe het de voormalige Nederlandse koningin Beatrix verging in haar studententijd. En dan kunnen we slechts één iets hopen…
We kunnen enkel hopen dat de tijden veranderd zijn en dat prinses Amalia minder vernederingen moest ondergaan tijdens haar ontgroening.
